-
1 een uitgemaakte zaak
n. foregone conclusion -
2 dat is een uitgemaakte zaak
dat is een uitgemaakte zaak————————dat is een uitgemaakte zaakVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is een uitgemaakte zaak
-
3 dat is een uitgemaakte zaak
dat is een uitgemaakte zaak -
4 het is een uitgemaakte zaak (dat)
het is een uitgemaakte zaak (dat)c'est un fait établi (que <+ aantonende wijs>)Deens-Russisch woordenboek > het is een uitgemaakte zaak (dat)
-
5 dit is een uitgemaakte zaak
dit is een uitgemaakte zaakVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit is een uitgemaakte zaak
-
6 zaak
♦voorbeelden:het ministerie van Buitenlandse Zaken • le Ministère des Affaires étrangèresbemoei je met je eigen zaken! • mêle-toi de tes affaires!gemene zaak maken met iemand • faire des affaires louches avec qn.de goede zaak • la bonne causehet hele zaakje • tout le bazardat is een kwade zaak • c'est une affaire fâcheuseeen advocaat van kwade zaken • l'avocat du diableeen onaangename zaak • une fâcheuse affaireonverrichter zake terugkeren • revenir bredouilledat is een vies zaakje • c'est une sale affairehij heeft een voordelig zaakje gedaan • il a fait une bonne affaireeen voordelige zaak • une bonne affairezaken met iemand doen • être en relation d'affaires avec qn.hoe gaan de zaken? • comment vont les affaires?z'n zaakjes goed geregeld, voor elkaar hebben • bien mener sa barquede zaak is dat … • le fait est que …de zaak is beklonken • l'affaire est régléede zaken nemen zoals zij zijn • prendre les choses comme elles viennenthoe staan de zaken? • comment ça va?zoals de zaken nu staan • au point où en sont les chosesiemands zaak verdedigen • plaider la cause de qn.iemands zaken waarnemen, behartigen • gérer les affaires de qn.een zaak winnen • obtenir gain de causedat is jouw zaak niet • cela ne te regarde pasdat is zijn zaak • c'est son affairehet fijne van de zaak weten • savoir le fin mot de l'affairevoor een zaak gewonnen zijn • être acquis à une causeiemand voor z'n zaak winnen • gagner qn. à sa cause〈 spreekwoord〉 zaken gaan voor het meisje • le travail d'abord, le plaisir ensuitelopende zaken • affaires couranteszeker zijn van zijn zaak • être sûr de son faitter zake (komen) • (en venir) au faitdat doet niets ter zake • cela est hors de proposin zake van • en matière de¶ de zaak is deze … • voilà de quoi il s'agit …hij stond met z'n zaakje te kijk • il était dans le plus simple appareilniet veel zaaks zijn • n'être pas fameux -
7 zaak
8 [staatskwestie] affair9 [belang dat men behartigt] cause♦voorbeelden:1 het is de gewoonste zaak ter wereld om … • it is the most natural thing in the world to …algemene zaken • general affairszich met zijn eigen zaken bemoeien • mind one's own businessgemene zaak maken met iemand • be in league/collusion with someoneonverrichter zake terugkeren • return without having achieved one's aim; 〈 met niets verkregen〉 come back empty-handedhoe staan de zaken? • how are things?iemands zaken waarnemen/behartigen • look after someone's affairsdat is jouw zaak • that is your concerneen zaak van gewicht • a matter of (some) importanceeen zaak van ondergeschikt belang • a minor matter/pointde zaak in kwestie • the matter at hand3 goede zaken doen (met iemand) • do good business/trade (with someone)er worden goede zaken gedaan in … • trade is good in …zaken zijn zaken • business is businessin zaken gaan • go into businessover zaken spreken • talk businesshij is hier voor zaken • he is here on businesseen zaak runnen/hebben • run a businessik ben de hele dag op de zaak • I am at work all day; 〈 met betrekking tot een winkel〉 I am at the shop all dayeen auto van de zaak • a company carweten hoe de zaken ervoor staan • know how things stand/what the score isnu de zaken er zo voor staan • things being as they are, now things have come to this, such being the casewat is zijn rol in de zaak? • where does he fit/come in?de zaak is deze … • the point is …ter zake doen • 〈 belangrijk zijn〉 matter, be to the point; 〈 van invloed zijn〉 be significant; 〈 betrekking hebben〉 be relevantter zake komen • come to the pointdat doet hier niet(s) ter zake • that is irrelevant/beside the pointkennis van zaken hebben • know one's factszeker zijn van zijn zaak • be sure of what one's doingde zaak Menten • the Menten case8 Binnenlandse Zaken • Domestic/Internal AffairsBuitenlandse Zaken • Foreign Affairslopende zaken • current business, business in handvechten voor een verloren/hopeloze zaak • fight for a lost cause, fight a losing battle¶ het is zaak om … • the thing is to …niet veel zaaks zijn • be not up to much, be not a lot of good, be poor/indifferent, be a poor show/affair -
8 a foregone conclusion
———————— -
9 pli
pli [plie]〈m.〉1 plooi2 vouw♦voorbeelden:pli du jarret • knieholtepli d'un vêtement, des cheveux • val van een kledingstuk, van de harenfaire des plis • kreukelen→ miseprendre un pli • een gewoonte aannemenm1) vouw, plooi2) briefomslag4) slag [kaarten] -
10 uitmaken
1 [verbreken] rompre2 [vormen] former3 [van belang zijn] avoir de l'importance4 [beslissen] décider5 [+ voor][noemen] traiter (de)6 [blussen] éteindre♦voorbeelden:het geluk van iemand uitmaken • faire la joie de qn.wat maakt dat uit? • quelle importance?4 het is een uitgemaakte zaak (dat) • c'est un fait établi (que <+ aantonende wijs>)ik kan niet uitmaken wat daar staat • je ne vois pas ce qui est marqué làdat is moeilijk uit te maken • c'est difficile à déterminerdat moet ieder voor zich uitmaken • à chacun de décider pour soi5 iemand uitmaken voor alles wat lelijk is • traiter qn. de tous les noms -
11 open-and-shut
duidelijk, doodeenvoudig, makkelijk; in een handomdraai op te lossenopen-and-shut♦voorbeelden: -
12 arrêté
arrêté [aarettee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 vaststaand ⇒ bepaald, besloten♦voorbeelden:avec l'idée bien arrêtée de • met het vaste plan om tedes idées bien arrêtées • een vaste meningun arrêté • besluit, verordening, beslissing1. mbesluit, verordening2. adjvaststaand, besloten -
13 uitmaken
6 [blussen] put out♦voorbeelden:een belangrijk deel van de kosten uitmaken • form/represent a large part of the cost3 het maakt mij niet(s) uit • it is all the same to me, I don't carewat maakt dat uit? • what does that matter?, what difference does it make?weinig uitmaken • make little differencedat maakt hij toch niet uit • that's not for him to decideik kan niet uitmaken wat daar staat • I cannot make out what it saysdat maak ik zelf nog uit • I'll be the judge of thatdat moeten ze onder elkaar maar uitmaken • they'll have to sort that out among themselvesiemand uitmaken voor al wat lelijk is • call someone all the names under the sun -
14 an open-and-shut case
-
15 forego
v. zich onthouden van, het zonder (iets) doenforego, forgo1 zich onthouden van ⇒ afstand doen van, het zonder (iets) doen♦voorbeelden: -
16 foregone
adj. voorafgaand; een uitgemaakte (zaak) -
17 acquis
acquis [aakie]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 verkregen ⇒ verworven, bereikt♦voorbeelden:l' acquis 〈m.〉 • de verworven kennis, ervaring, het verworveneêtre acquis à qn. • iemand toegewijd zijnil est acquis à notre projet • hij staat geheel achter ons plan -
18 c'est tout vu!
c'est tout vu!dat is bekeken, een uitgemaakte zaak! -
19 c'est un point acquis
c'est un point acquis -
20 cela ne fait pas un pli
cela ne fait pas un pli
- 1
- 2